. * Nippon Odaiki, de laarboeken der Iaponeesen behelzende een verhaal van hun oorsprong en merkwaardige daaden, van de opvolging van alle de Keyzers van Japan van Sinmu tot onzen tyd, en van alles wat onder yders Regeering is voorgevallen. Nippon Okaitsu, in den letterlyken zin, eene Afschaduwing van de Groote dingen van Japan, is van't zelfde foort met het voorgaande, en vermeld insgelyks de Helden en merkwaardige daaden der laponeesen van de Grondlegging van het Ryk af. Een uyttreksel van de voornaamste dingen, in deze twee Werken vervat, ziet men in het tweede boek van deze Historie van Japan. Tai Fee ki. Een verhaal van den Oorlog tufschen de Geflachten van Feki en Gendfi, welke veertig jaaren duurde, en eindigde met de uytroeijing van het Feki Geslacht. Dit is een groot Werk, verdeelt in tachtig deelen, dewelke gemeenlyk worden gebonden in veertig banden. Feki mono Gattari: Een verhaal over de zaaken van de Feki's, 't welk uytloopt op het zelve onderwerp met het voorgaande. * { Ofacca mono Gattari: Een verhandeling van de zaaken van Ofacca. Dit is een wydloopig verhaal van de binnenlandsche Oorlogen, welke in Japan zyn ontstaan na het overlyden van Taicofama, tufsschen de Raadsheeren van Staat door dien Monarch aangestelt, en Ongofchiofama, wien hy had aangestelt tot Voogd over Fide Jori, zyn eenige Zoon en Erfgenaam; van het vermaarde beleg van 't Kasteel van Ofacca, en van de manier op welke Ongofchiofama zich, na de dood van Fide Jori, meester maakte van de Kroon van Japan. Deze Ongofchiofama is dezelve Keyzer, die de vryheid van Koophandel vergunde beide aan de Engelschen en aan de Nederlanders. * Simabaraki, of Simabaragasen, een verhaal van den Oorlog tot Simabara. De Rebelly der Christenen tot Arima, die zich ten getale van 37000 retireerden in een Kasteel aan de Golf van Simabara, de belegering en overgaaf van dit Kasteel, en de onvergelykelyke flachting der belegerden, waar door de Christelyke Religie ten eenemaal uytgeroeit wierd in Japan, zyn de onderwerpen van dit verhaal. Onder veele andere Schriften van Doctor Kampfer, nu in bezit van den Ridder Hans Sloane, is eene vertaaling van deze twee Werken. De Historie van Abino Sime, Zoon van den Keyzer Abino-Fassi ma. Sin dai ki. Een Historie van alle de Japansche Goden, gelyk zy van ouds zyn aangebeden geworden in het Land. Tensinki. Eene byzondere Historie van het Leven en Heldendaaden van Tenfin, die de opperste is der Sintos Goden der Japoneesen. Nippon Idfumi no kuni Oojasijro, dat is, de Oorlogen van de Goden in Oojasijro in de Provintie Idfumi. * Dai fanja Firamitz. Eene verhandeling van alle de Goden, die aan gebeden worden door de Budsdoisten. Sikki moku, de Wetten en Insettingen van het Japansche Ryk. Kiufaj, Eene verhandeling van de burgerlyke Costumen en Ceremonien der Japoneesen. : Soogakf. Eene Verhandeling, inhoudende de geboden der Zeden, zo als ze geleert en geoeffent worden door de Sintoisten, of Wysgeeren der Japoneesen: ze is verdeelt in vyf deelen. Fontsjo Fontsjo O in fifi, dat is, in den letterlyken zin, De kunst van de fchaduw van den Japanschen Kerssenboom. Het is een verhandeling van de kunst van Regeering door Itakura Suwono Cami, Gouverneur van Miaco, die in 't afnemen van zyn Leven zich van bezigheden onthield, en dit Boek schreef onder een grooten Kerssenboom in zynen Hof, waar van hy ook dien tytel heeft ontleent. Tsure dsure Fofydano Kenko, dat is, de Eenzaamheden van Fofydanokenko, die eens Soldaat geweest was in dienst van den Keyzer, maar zich naderhand in een Klooster begaf en Munnik wierd. Het is eene verzameling van Zedelyke Spreuken, zeer dienstig om 't gedrag der menschen in verscheide toneelen des Levens te richten en te schikken. Faku nin Isju, dat is, de versen van honderd Mannen. Het is een Dicht-boek, zaamgestelt door honderd persoonen van het Hof van den geestelyken Erfkeyzer, van welke een ygelyk zyn aandeel moest opbrengen. Kojogun. Een verhaal van de Regeering van Japan. * Nipponki. Een verhaal van de merkwaardigste dingen die in Japan te zien zyn. * Sitzi Jossu. Een Landt-beschryving van het Ryk van Japan, overgezet in 't vyfde Hoodstuk van het eerste Boek van deze Geschiedenis van Japan. * Isje mono Gattari. Een verhaal der zaaken van Isje, door Narifide, een Amptenaar aan 't Hof van den geestelyken Erfkeyzer. * Eene Beschryving van het Hof van den Dairi, of geeftelyken Erfkeyzer van Japan, benevens honderd verscheidenerley kleedingen der Persoonen dat Hof uytmaakende. * Jedo Kagami, eene Beschryving van het Hof van den Waereldschern Monarch tot Jedo, met een lyst van alle de Amptenaaren en derzelver Inkomsten. Sikki, een Chineesche Chronyk, behelfende eene beschryving van de merkwaardigste voorvallen in het Ryk van China. Mannengojomi, dat is, een Almanach voor tien duyzend jaaren, in welke uytgerekent is, welke dagen gelukkig of ongelukkig zyn, volgens den invloed der Hemelsche Geesten. * Dsiookivi, een Almanach; zy zyn gemeenlyk acht duym hoog en vyf voeten lang. * Ofasjo, eene verhandeling van de Hoofdstoffen, Waerelden, Hemelen, Starren, Staartstarren, Meteoren, Verhevelingen, &c. * Kinmodfui, een Japansch Kruydboek, waar in vervat zyn de afbeeldingen van byna vyf hondert Planten en Boomen in Japan groeijende, met derzelver naamen en gebruyken. Dit Werk is verdeelt in acht Boeken, en de Planten zyn getekent op dezelve wyze, als ik de Thee vertoont heb in een hoek van de 37 Plaat. Een Boek van de viervoetige dieren in Japan, met de Figuren van meer dan zestig, gemaakt op dezelve wyze en op dezelve grootte, met de vercierde of verdichte in de 9 Plaat van deze Historie, welke ik uyt dit Boek nagemaakt heb. * Een Boek van Vogelen, bevattende omtrent tachtig Vogelen, op dezelve wyze gemaakt. Twee Boeken, bevattende naby de honderd afbeeldingen van Visschen, Krabben, Schulpen, Slakken, Hagedissen, Kikvorsschen, bloedeloofe Diertjens, kż Diertjens, en diergelyke, alle op dezelve manier gedaan. Sommige der merkwaardigste heb ik laaten snyden in de 10 en 14 Tafel van deze Historie. * Een ontleedkundige verhandeling, behelzende de afbeeldingen van verscheide uytwendige en inwendige gedeeltens van 't menschelyk lichaam, niet veel verschillende van die der Chineesen, vertoont in Dr. Cleyers Medicina Sinenfis. * Een Boek van Mineralen, Steenen, Coraalen en andere rarigheden. * Twee Boeken van hunne Kleedingen, Hoofdhuldsels, Tabbaarden, &c. * Verscheide Boeken, bevattende de Afbeeldsels van over de vier honderd Werktuygen, Wapenen, en Huysraadt der Japoneesen, van welke ik verscheide heb laaten uytsnyden in de 21. 22. 31. en 32. Tafelen, tot beter verstand van sommige plaatsen in deze Historie. * Kennei Tsioofo ki Mokurokf. Onderrechtingen voor de Huysgezinnen, regeleerende wat behoort geweeten en gedaan te worden in een Geflacht. * Twee Boeken raakende de wyze van bouwen der Japoneesen, in welke worden vertoont verscheide hunner Kasteelen, Tempelen, Huysen, Hoven, Wegen, Fonteinen, Heggen, en diergelyke. * Een Boek, raakende den Landbouw, behelzende de afbeeldsels van alle de werktuygen in Japan, gebruykt wordende om te ploegen, 't land te bouwen &c. * Dodfutski, verscheide Wegenboeken, ten nutte der Reyzigers, meldende de tusschenwydtens der Plaatsen, den prys der Levensmiddelen en der Rytuygen, en diergelyke, met veele afbeeldingen der Gebouwen, en andere merkwaardige dingen, die op en langs de wegen zyn te zien. * Drie Wapenboeken, bevattende de Wapenschilden des Keyzers van Japan, gelyk ook van de Prinssen en Edelen van het Ryk, benevens de Pieken, en andere tekenen van Gezag welke hier gemeenlyk worden voorgedragen. Verscheide dezer heb ik laten uytsnyden in de Tytelplaat en in de 30 Tafel. * Een Woordenboek, behoudende vyf duyzend Sfin, Common, Taf, en So Letteren en Merken : van welke eenige staaltjens te zien zyn in de 45 Plaat, in de twee laatste colommen aan de linkerhandt. * Verscheide nagemaakte Boeken, toonende de verscheide afbeeldingen van haare Letteren, enkele en zaamgestelde. * Een Waereldkaart der Japoneesen, deze is twee voet breedt en vier voet drie duym lang. * Verscheide Kaarten van het Ryk van Japan van twee voet drie duymen breedt, en zes en een halve voet lang. * Een Kaart van het Ryk van China verdeelt in desselfs verscheidene Provintien van vier voeten lang en zo veele breedt. * Een platte grond van Jedo de Hoodstad en Zetel van den Waereldlyken Keyzer, van vier en een halve voet lang, en zo veele breedt, verkort in de 30 Tafel van deze Historie. * Een platte grond van Miaco, de Zetel van den Geestelyken Erf-Keyzer, vyf en een halve voet lang, en vier breedt, verkort in de 27 Plaat van deze Historie. * Ken * Een Kaart van de Stad Nagasaki en 't omleggend Land, vier voet en elf duym lang, en twee voet en twee duymenbreedt, verkort in de 19 Plaat. * Fen platte grond van de Stad Ofacca van drie voet lang, en twee voet acht duymen breedt. * Een byzondere Kaart van den weg van Nagasaki naar Ofacca, met de afbeeldingen der Rivieren, Bruggen, Steden, Kasteelen, Tempelen, &c. in een rol van twintig voeten lang en elf duym breedt. * Een andere Kaart van den weg van Ofacca naar Jedo, op dezelve wyze, en van dezelve lengte en breedte. * Gezichten van de vermaardste Tempels, Kasteelen, en andere Gebouwen der Japoneesen, ten getale van vyftig, door de Inboorlingen gemaakt met water verw, alle van dezelve grootte, en maaksel, als de geene die vertoont worden in de 17. 18.35 en 36 Plaaten, welke ik nagetekent heb uyt deze zelve verzameling. Hebbende dus doorloopen het geen ik voorgestelt had in deze Inleyding te verhandelen, mag men nu eindelyk billyk verwachten, dat ik iets zegge ten mynen eigen opzicht: Ik weet zeer wel, dat het 'er ver van daan is dat dit werk zoude zyn zonder eenige fauten, en alschoon ik tot derzelver ontschuldiging verscheide dingen zoude kunnen bybrengen, wil ik my echter liever verlaaten op de goedgunstigheid myner Leezers, op hoop, dat de zwaarigheden, welke onvermydelyk vergezellen de overzetting van een Werk van dezen aardt, en die niet weinig aangegroeit zyn, door iets dat zeer duyster was in des Schryvers Styl, benevens de overdenking, dat ik moest vertaalen in onze Spraak, die myne Moederspraak niet is, eenigermaaten zullen verzachten de berispingen van sommige, en dat de moeyten, welke ik in veele andere opzichten heb moeten doen, by de onzydige Leezers vergoeden zullen de gebrekkelykheden die 'er in overgebleven mochten zyn. Het geen ik voornamentlyk behartigde, was den zin en meening van den Schryver uytteleggen op zulken klaaren en verstaanbaaren manier en wyze, die bestaanbaar was met den aardt van het onderwerp en met die van de Engelsche Taal; my zelven bewust zynde van myne eige onbequaamheid, hebbe ik, tot verdere voldoening sommige myner vrienden verzocht myne vertaaling na te zien, en 't geen zy daar in zeer qualyk vonden, te verbeteren. Wat aangaat de Plaaten, slechts zeer weinige waren door den Schryver voltooit; alle de andere heb ik met myn eige hand getekent, of uyt zyne onvoltooide ontwerpen, of uyt de Printen en Aftekeningen der Japoneesen, in de verzameling van den Ridder Hans Sloane ; en indien dezelve aan eenige mochten toeschynen te kort te schieten in fraayheid, hebbe ik toch daar in genoegzaame zorg gedraagen zo veel mogelyk was, en ik heb ten minsten dat genoegen, dat ik kan instaan en borg blyven voor de waarheid en naauwkeurigheid der zelve, en voor der zelver overeenkomst met de oorspronkelyke: Doch daar is noch een ding, 't welk ik niet stilswygens kan voorbygaan, eer ik eindige, en dat is, dat de Schryver op sommige plaatsen heeft herhaalt, 't geen hy reeds op andere had gezegt. In 't begin was ik voornemens alle deze herhaalingen uyt te laaten, doch by nadere overdenkingen, en om eenige andere redenen besloot ik de geheele Historie uyt te geven, zo als ze aan my overgelevert was: te meer, nadien de gemelde herhaalingen, welke de Leezer gunstiglyk verzocht word te ontschuldigen, niet ten eenemaal onnut zyn, eerstelyk voor zo ver zy dienen om het geheugen te verversschen, en ten tweeden, om op sommige plaatsen te geven eene wydloopige verklaaring van zodanige dingen, die op andere plaatsen slechts als ter loops waren aangeroert. 1. May 1727. 1 UYT42 I. UYTLEGGING DER : FIGUUREN. , Tafel vertoont have efterdicht negen straalen, naby de Redans Eylanden op de Kusten van Malacca gevangen, waar van de beschryving te zien is op de zevende bladzyde: de 2. en 3. afbeelding zyn twee praamen of booten, waar van zich de Siamiten bedienen in hunne begraaffenissen op de 10. bladzyde beschreven: de 4. afbeelding vertoont de Boot, in welke gevoert wierden de brieven voor den Koning van Siam en voor den Berklam, op den dag dat wy ter gehoor wierden toegelaaten, beschreven op de 11. bladzyde. 2. Tafel vertoont de platte grond van Juthia, de Hoofdstad van Siam, en Zetel des Konings, waar in A. verbeeld het Koninklyk Paleys, B. het Paleys van den Kroon-Prins, C. Het Paleys van de Stallen van s'Konings Olyphanten. D. De Kerk en 't Paleys van de Heer Louis de Aerdsbisschop E. De Pleynen van Berklams Tempel, F. het Huys dat voortyds behoorde aan Constantin Faulcon; G. Het Leger der Nederlanders. H. Het Leger der Portugeesen. I. Het Leger der Arrak Brouwers. K. De Legers der Japoneesen, Peguaanen, en Malajanen; L. Arm van de Rivier loopende naar de Grafnaald Pukathon. M. Een Arm van de Rivier Klang Namja. N. N. Een Arm van de Rivier Pakaufan. O.O. Een Arm van de Rivier Klang Patnam Bija. P.P.P. de groote Rivier Meinam, zo als ze de Stad omloopt. Q. De Legerplaats der Chineefen. R. R. De Legerplaatsen der Cochin-Chineefen. S. Influyting en omschuttingen der Olyphanten op de 13 Bladzyde. 3. Tafel vertoont fig. 1. de platte grondt van het Koninklyk Paleys van Siam, bladz. 20. waar in A. betekent 't Paleys van den laatsten Koning, benevens de Zaal, daar men ter gehoor toegelaten wordt, B. het Oude Koninklyke Paleys. C. de Eetzaal, d,d, d. verscheide Tempels: e,e,e, enz. verscheide Schilder-Huysjens buyten en binnen de wallen van het Paleys, f. 't huys daar 's Konings zilver word bewaart, gelyk ook de Koninklyke vercierselen, en den Huysraadt voor 't Koninklyk Paleys, g. 's Konigs kleerkamer, b. Stallen voor de Olyfanten, i,i, twee huyzen, waar in de Mandarynen by een komen om raad te pleegen over zaeken, die het Ryk aangaan, k, 't Vertrek voor des Konings Genees-Heeren, 1. 't Comptoir van den Geheimschryver, m. 't Koninklyk Wapenhuys, n, n. twee Paerdewetten voor de Paerden en de Olyphanten, o. de Koninklyke Schatkamer, P. een ruyme plaats om Wedloopen te houden, Q. Het Seraglio, of quartier der Vrouwen, R.'t Pleyn van den witten Olyphant. S. Hooven----; Deze Stippen wyzen aan langs welken weg de Fransche Gezanten ter gehoor wierden geleydt. De 2 figuur vertoont een Siamitische Tempel, met desselfs verscheide gebogen daken, op de 23 bladzyde beschreven. Fig. 3. vertoont duydelyker de voorgevel van den gemelden Tempel. de 4. 5. en 6. vertoonen de bewoonde schuytten der Siammers, waar mede zy van de eene : |