Abbildungen der Seite
PDF
EPUB

De afschaffing van de pantjen-diensten, door G. F. C. ROSE.
Personeele diensten van de inlandsche bevolking inzonderheid in Java
en Madoera, door een ambtenaar bij het Binnenlandsch Bestuur.

Cijfers en feiten uit het eerste gedeelte van het Koloniaal Verslag

voor 1881, door V. K

[ocr errors]

Critische Overzichten van: ANNIE FOORE's roman De van Sons, door
G. VALETTE; CORDES' Djati-bosschen, door K. W. VAN GORKOM; CARL
Bock's Reis in Oost- en Zuid-Borneo door PERELAER en KRIENS'
Hollandsch-Maleisch Technisch Marine-zakwoordenboek, door Prof.
Dr. DE HOLLANDER. 1)

-

[ocr errors]

Indië omkwamen door ongelukken.

De Mangkasaren en Boegineezen, I, door R. VAN ECK 2)

[merged small][ocr errors][merged small]

737

753

785

793

816

[ocr errors][merged small][ocr errors][merged small]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

Een tijdschrift voor contrôleurs bij het Binnenlandsch bestuur in

N. I., door H. E. STEINMETZ

Maandelijksche Revue van Brochures, Tijdschriften en Dagbladen. 895

UIT DE BUITENLANDSCHE PERS: Allen's Mail over de moeielijkheden

welke men in Britsch-Indië ondervindt tengevolge van de partij-

schappen in Engeland. UIT DE BINNENLANDSCHE PERS: de heer

Hudig raadt in de Economist de opleiding in Nederland van jon-

gelieden voor de Indische cultures aan; de Amsterdamsche Courant

publiceert getallen die den achteruitgang van Nederlands handel met

Indie moeten bewijzen; het Dagblad becijfert de weldaden van ons

koloniaal beheer; de Standaard bespreekt den vloek van de opium,

en ook het Vaderland wil dat er gehandeld worde, het Handelsblad,

het Dagblad, de Amsterdam che Courant, het Vaderland, de Nieuwe

Rotterdamsche Courant en de Standaard beoordeelen de Indische

begrooting; het Vaderland noemt het voorloopig verslag over die

begrooting de uitkomst van een oppervlakkig onderzoek en roemt

het antwoord van den Minister; gedachtenwisseling van het Han-

delsblad, den heer Rose, het Dagblad, de Amsterdamsche Courant

en den heer van Bloemen Waanders over de persoonlijke diensten;

de Amsterdamsche Courant ontsteekt haar licht over de grondcon-

versie op Java; de heer van den Berch van Heemstede onthult in

het Dagblad den gevaarlijken toestand op Java in 1874 en het ware

staatsbegrip; de Amsterdamsche Courant dringt op het publiceeren

van de Atjeh-stukken aan; het Vaderland en het Dagblad zeggen

hun meening over de zaak van der Heijden; de schrijver van een

artikel in het Dagblad keurt de herziening van de formatie-tableaux

voor het Indische leger af; de beschrijving van de inwijding eener

kerk te Modjo Warno, door Dr. J. C. Schagen van Soelen.

[merged small][ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

De Registreering der gereserveerde Gronden

TEN BEHOEVE VAN DE

GOUVERNEMENTS-KOFFIECULTUUR,

DOOR

P. H. VAN DER KEMP.

>>Bij de bepaling van het maximum komt alles aan op plaatselijke kennis, beleid en practisch inzicht."

Toelichtende nota in Bijblad no. 3378.

>>Wordt in deze nota geen bepaalde grens aangegeven voor hetgeen ter berekening van het maximum noodig is, toch zal het vorenstaande den ambtenaar die met beleid en goeden wil te werk gaat, tot eenigen leiddraad kunnen dienen."

Nota als voren.

Er wordt zoo dikwijls in het ronde en niet altijd met evenveel juistheid over ondoelmatige administratie, overmaat van schrijfwerk, enz. bij het Binnenlandsch Bestuur geklaagd, dat het wel eens zijn nuttige zijde kan hebben, om het min of meer juiste dezer klacht door de behandeling van een bepaald onderwerp, gezet te beschouwen. Geen zaak leent zich daartoe zoo wèl als de regeling van den Gouvernements-koffieaanplant, wijl de zorg voor deze bron van inkomsten het gansche Binnenlandsch Bestuur nog als 't ware vervult, zoodat men verwachten mag, dat aan hare administratieve voorschriften zóóveel zorg is besteed geworden, dat zij als 't ware een typisch, een toongevend geheel vormen.

Deel II, 1881.

1

Inderdaad, terwijl de ambtenaar van het B. B. bij de ontwikkeling van den Gouvernements-koffieaanplant nog immer zijn voorname werkzaamheid vindt, is hij wel gedrongen om de grootste aandach. te wijden aan de bepalingen, die de gewone jaarlijksche regeling van den aanplant beheerschen; want zij bevatten zoo al niet immer volstrekte voorschriften, dan toch grondbeginselen, waarvan men niet zonder aan te voeren redenen, voortvloeiende uit plaatselijke of toevallige omstandigheden, mag afwijken. Aldus worden de gewestelijke ambtenaren ieder jaar vanzelf geroepen tot de oplettende overweging der hoofdregelen omtrent dezen tak van administratie, en wijl zij allen in het Bijblad op het Staatsblad van N.-I. ter openbare beoordeeling staan, behoefde ik niet te schromen om de vruchten mijner ernstige overdenking daaromtrent in een uitvoerig opstel, handelende over de statistiek der koffiecultuur, ter neder te leggen. Intusschen wordt tot deze statistiek tevens een onderwerp gerekend, dat er slechts meer middellijk bij behoort, te weten: de boekhouding van de gronden speciaal aan de koffiecultuur gewijd, en nu schijnt het voor de duidelijkheid der behandeling geschikter om eerst als een zaak op zich zelve, als een inleiding, zoo men wil, die grondenstatistiek te bespreken.

I.

De kiem eener registreering van den Staats-koffiegrond vinden wij in het Gouvernementsbesluit dd. 3 Nov. 1871 no. 11, Bijblad n°. 2508. Toen werden er geheel nieuwe koffiestaten gewettigd, onder intrekking van het stel, dat nauw twee jaren te voren, nl. bij Besluit van 24 Juli 1869 n°. 1, Bijblad no. 2255 gegeven was. Dat besluit van 1869 had men nl. ingetrokken wegens de verregaande ondoelmatige inrichting der registers; maar hoe noode zich de geest van vereenvoudiging ontwikkelde, getuigde o. a. de nieuwe LeggerVoorstelstaat B, die zeventig kolommen telde! In de eindelooze kolommengaanderij lag een rubriek 9 verscholen, luidende:

UITGESTREKTHEID IN BOUWS DER NOG AANWEZIGE VOOR TUINKOFFIE GESCHIKTE EN BINNEN EEN VOEGZAMEN AFSTAND GELEGEN GRONDEN;

een rubriek, die zich wijders in drie kolommen vertakte, nl. a. Naar schatting aanwezig op ultimo Maart (van het

jaar, dat den betrokken legger voorafging);

b. Sedert verminderd of vermeerderd met (hoeveel bouws):

c. Naar schatting beschikbaar blijvende op ultimo Maart (van het jaar, waarover de legger liep).

Overigens eenvoudig genoeg; en de toelichting daarop was even bondig. Zooals uit de bewoordingen dezer rubriek blijkt", luidde zij, „kan de uitgestrektheid der hier bedoelde gronden bij benadering worden opgegeven, en behoeven dus geene opmetingen, waaraan veel werk verbonden is, plaats te hebben."

De statenverordening van '71 mocht het echter ook niet veel langer dan twee jaren uithouden: immers bij Gouvernementsbesluit dd. 14 Mei 1874 no. 10, Bijbl. n°. 2917, trok men weder de gansche verzameling in, om er nogmaals een geheel ander stel voor in de plaats te geven. Bij den aldus ontvangen nieuwen Voorstelstaat kreeg men voor het eerst, en wel zonder toelichting, een rubriek voor gereserveerde gronden, vervangende de vroegere algemeene aanwijzing van gronden „nog voor de koffiecultuur geschikt".

Sinds hadden wij dus, speciaal dank zij de Agrarische wet, drie soorten van,,reserveeringen" door den Staat:

Ie Staatsdomein: dit is van het dèsa-gebied ,,afgebakend", wijl de dèsa daarop geen rechten mag doen gelden;

2e Administratieve kringen, waarbinnen uitsluitend de Staat als koffieondernemer optreedt; eindelijk

3e Gronden, speciaal aangewezen om door de Staatscultuur vroeg of laat in beslag te worden genomen.

Deze laatste reserveering is de allerheiligste; want dien grond mag niemand tot eigen gebruik aanwenden, terwijl Staatsdomein overigens nog ieder Europeaan of inlander kan aanvragen, mits het niet behoore noch tot sub. 2, voor zoover men ook een koffieonderneming zou willen beginnen, noch tot sub. 3, voor welk doel dit dan ook aangevraagd.

Al die reserveeringen sluiten echter niet juist in elkander, en zoowel hierom als omdat de inlander geen begrip van ,,Staat" heeft, wordt het hem, ja, zelfs den Europeaan, eenigszins lastig om een helder inzicht dezer agrarische zaken te bekomen. ') Het reserveeren

In mijn opstel over de intrekking der ervenbelasting wees ik mede op de schromelijke verwarring van denkbeelden, die omtrent deze agrarische reserveeringen allengs bij het Binnenlandsch Bestuur gaan woekeren. De verwarring wordt nog grooter doordien de Europeesche ambtenaren, van Staatsdomein sprekende, toch natuurlijk voor de plaatselijke aanwijzing moeten blijven vermelden het gebied tot welke dèsa het domein administratief behoort. Men heeft dus grond tot Staatseigendom verklaard, om onmiddellijk daarop te doen hooren: nitoe tanah toeroet desa apa?" De inlander, de verlichtste niet uitge

zonderd, begrijpt

er niets meer van.

« ZurückWeiter »