Abbildungen der Seite
PDF
EPUB

ondervonden moeten worden. De jammerlijke gevolgen daarvan hebben zich ook in Atjeh geopenbaard. Wat al hoofdbrekens hebben vooral die koeli's veroorzaakt!

-

Bij een Indisch legerkorps te velde zijn officieren en soldaten nagenoeg in een toestand van »personae miserabiles", die onmachtig zijn voor zich zelven te zorgen. ') De »mauvaises notices" 2) waarin de beide gezaghebbende" generaals zoo rijk zijn, had menigeen gaarne prijs gegeven voor eenige leerzame opmerkingen over een deugdelijke regeling van het militair transportwezen in Indië, welke hadden kunnen dienen als inleiding tot een wrijving van denkbeelden over dat belangrijk onderwerp. Een afdoende oplossing van het vraagstuk is voorzeker moeielijk, misschien wel onmogelijk; maar het streven naar verbetering is daarom niet verboden. Nu schijnt men daaraan niet te denken. Zoo generaal van Swieten's redeneeren over mijn" plan en »zijn" plan ") - een half dozijn malen wordt dat »mijn" en »zijn' herhaald eens plannen hadden gegolden van wenschelijke en noodzakelijke hervormingen en verbeteringen bij het Indisch leger, er zou meer goeds mee zijn gesticht dan met al dat harrewarren, daar en elders, tusschen de beide generaals, over welk harrewarren men soms, al schudt men er het hoofd bij, in een lachbui schiet. Nu, iets vermakelijks mag de Atjeh-oorlog dan ook wel opleveren. Bloed en tranen, ook reputatiën en schatten heeft hij reeds genoeg gekost. Over het al of niet nadeelige van het grondverzet ) op den gezondheidstoestand van troepen te velde, over de cholera, over de wenschelijkheid of doelmatigheid om het omliggend terrein van onze versterkingen in Indië al of niet open en met een onbelemmerd uitzicht te houden, over dat alles en meer verneemt de lezer veel. Tegenover de hoofdquaestie Atjeh is dat alles echter bijzaak. Ook op ketterijen wordt men onthaald. Een verrassende meêdeeling was voor ons, leeken op hygiënisch gebied, die, voorkomende in een lange noot op bladz 223 van Niclou's open brieven: »Nägeli beweert dat onzuiver drinkwater steeds voor de gezondheid onschadelijk is en Pettenkofer schijnt het vrij wel met hem eens te zijn. Andere en vele hygiënisten beweren het tegendeel; maar zij gaan niet verder dan te zeggen, dat het drinken van slecht water ziekten kan veroorzaken." Ook over dit verschil in meening tusschen specialiteiten speelt den leek een glimlach om de

[blocks in formation]

') Niet grondbezit. Het Indisch Leger verzet alleen de bakens van het Ned gezag, en laat het bezit, dat daarop binnen korter of langer tijd volgt, aan andere pioniers over.

lippen, en daarbij herinnert hij zich opnieuw de opmerking van den dichter:

In raads'len wandelt

De mensch op aard.

Is het zoo ook niet met de generaals v. Swieten en Verspyck? Kapt. Niclou verhaalt ons niet of Nägeli het practische denkbeeld heeft gehad om door b. v. zelf een tijdlang onzuiver water te drinken de »proef op de som" te leveren van zijn beweren. Welk gezicht Nägeli en zijn »geestverwant" Pettenkofer wel zouden getrokken hebben na een half jaar nuttigens van het water uit de Koerong Daroe, zoo als Borel dat beschrijft?

Domme besturen van stad en land, die net groote kosten duinwaterleidingen laten aanleggen of artesische putten doen boren om te gemoet te komen aan den drang naar zuiver water, gaat naar Nägeli en wordt wijs!

Tot kapitein Niclou teruggekeerd, sluiten wij ons overzicht. Met den wensch, dat de droevige bladzijde welke, bij enkele lichtpunten, de Atjeh-oorlog in Neêrland's geschiedenis beslaat, zal blijven voortleven in de herinnering van staatslieden en legerhoofden, aan wier bestier het lot van het vaderland en zijn koloniën is toevertrouwd, en de harde beproevingen door dien oorlog vooral aan Indië bereid en voortgevloeid uit een aaneenschakeling van fouten, niet te vergeefs zijn ondervonden, eindigen wij ons laatste woord over den Atjeh-oorlog in Nederland.

Aan het leger daarginds, dat - het bleek weer onlangs bij de pensioenquaestie voor de in 1879 en vroeger gepensionneerde indische officieren nog dikwijls met miskenning heeft te worstelen, ook als gevolg van bekrompen, kleinzielige opvatting of uitlegging van wetten en Koninklijke besluiten, onze hartelijke groet.

Januari 1881.

0. BL.

Il faut juger les écrits d'après leur date. Nà Januari verschenen de Bedenkingen van A. Z. tegen de historische critiek van Gen. Booms; ik zou anders niet nagelaten hebben, daarvan melding te maken. Men vergunne mij nog een korte opmerking.

Generaal van der Heijden is tegen zijn wensch vervangen door den heer Pruijs van der Hoeven. Vóór zijn aftreden heeft de GouverneurGeneraal van Lansberge het noodig geoordeeld, daartoe over te gaan. Tegen de wijze waarop de maatregel is genomen, kunnen echter ernstige bedenkingen worden aangevoerd. »Burgerlijk bestuur in Atjeh,

ziedaar de bekroning van het moeilijk werk, waaraan ik als gouverneur-generaal zes jaren lang mede heb gearbeid." Aldus de heer van Lansberge. »Regel en orde in plaats van militaire willekeur." Aldus de minister van koloniën, weinig erkentelijk jegens den soldaat, aan wien de natie grooten dank verschuldigd is.

Maar vrees voor ongunstige gevolgen van de vervanging behoeft er m i. niet te bestaan. De eenige verandering, door de invoering van het civiel bestuur verkregen, is dat een generaal in uniform vervangen is door een generaal in zwarte jas.

De belasting in natura

TER

SUMATRA'S WESTKUST.

OPEN BRIEF

van Mr. A. W. C. VERWEY aan den heer JOH. F. SNELLEMAN.

Mijnheer!

In uw artikel onder de rubriek »Ingezonden Stukken" opgenomen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 12 Januari jl. hebt gij u een hevige critiek veroorloofd op een door mij geschreven artikel dd. 14 Februari 1879, dat in de Arnhemsche Courant van Woensdag 19 Februari 1879 geplaatst werd.

Niet ik alleen word door uw censuur getroffen.

Ook de Raad van Justitie te Padang vindt geen genade in uw

oogen

Gij schrijft: »Dat de nieuwe regeling van het rechtswezen zonder gebreken is, zal niemand durven zeggen. De grootste fout is wellicht deze, dat de Raad van Justitie te Padang revisie heeft op de stukken van alle veroordeelende vonnissen van den Rapat. Zulks is in strijd met het rechtsbegrip der inlandsche bevolking en het gaf herhaaldelijk aanleiding tot wijzigingen, tot veranderingen, (beteekenen die woorden. niet volkomen hetzelfde ?), die in de oogen van de Maleiers inbreuk maakten op recht en billijkheid."

Alle vonnissen, in zaken van misdrijf door de inlandsche rechtbanken gewezen, zijn, wanneer zij geen vrijspraak inhouden, onderworpen aan de revisie van den R. v. J.

De vonnissen van vrijspraak worden, evenals de aan revisie onder

worpene, gezonden aan den Raad, die aan de inlandsche rechtbanken zijne aanmerkingen op de behandeling der zaken kan mededeelen.

De taak van den Raad is dus tweeledig en omvat zoowel rechtspraak in revisie, als terechtwijzing der inlandsche rechtbanken, wanneer zij in de behandeling der strafzaken fouten of misslagen begaan.

Als rechter in revisie heeft de Raad een strafwetboek voor Inlanders toe te passen, dat geen gecodificeerd Maleisch recht bevat; maar essentieel Fransch is.

De Raad mag de innerlijke waarde en de billijkheid der wet niet beoordeelen en moet ze toepassen, zooals ze is.

Een juiste toepassing van het strafwetboek zal stellig dikwijls niet overeenkomen met Maleische begrippen omtrent recht en billijkheid.

Het pleit noch voor uw gevoel van billijkheid, noch voor uw doorzicht, dat gij het noodzakelijk gevolg van de Fransche afkomst der strafwet aan den Raad verwijt. Uw afkeuring van het middel van revisie is hoogst onredelijk.

De inlandsche rechtbanken, wier rechtspraak thans gecontrôleerd wordt, zouden bij ontstentenis van het door u afgekeurde rechtsmiddel over leven en vrijheid van de inlanders beschikken, zonder eenig middel van herstel, wanneer een fout was begaan.

Die rechtbanken worden voorgezeten door besturende ambtenaren, die geen juridische studiën gemaakt hebben.

Als leden hebben in die rechtbanken recht van zitting inlandsche ambtenaren, waarvan zeer velen zelfs niet lezen of schrijven kunnen en geen enkele tot behoorlijke wetsinterpretatie in staat is.

Aan aldus samengestelde rechtbanken is een stratwetboek in handen gegeven, waarvan de meeste bepalingen aan den C. P zijn ontleend.

Zou de Regeering verantwoord zijn, wanneer zij niet aan een hooger rechtscollege het toezicht op de rechtspraak der Rapats had toevertrouwd?

Hoe de Raad van Justitie zijne plichten heeft vervuld, mag ik niet beoordeelen.

Ik bepaal mij dus verder tot zelfverdediging.

Om den lezer in staat te stellen, de quaestie juist te beoordeelen, laat ik mijn artikel en uw critiek in hun geheel volgen.

Ziehier wat ik in de Arnhemsche Courant schreef:

De persoonlijke diensten, die door de bestaande ambtenaren ter Sumatra's Westkust van de bevolking gevorderd worden, zijn cultuur- en heerendiensten. De cultuurdiensten zijn, verbonden met de verplichte levering van de geteelde koffie, eene rijke bron van inkomsten voor 's lands schatkist. De heerendiensten sparen vele uitgaven uit, die anders ten laste der schatkist zouden komen. Zij worden evenwel niet uitsluitend in 's lands belang gevorderd. De wachtdiensten

« ZurückWeiter »