Abbildungen der Seite
PDF
EPUB

trachten te leven, en zich slechts dan in de Alfoersche negorijen laten zien als zij er wat komen halen 1).

Door de dorpshoofden wordt de dorpsbelasting in overleg met de districtshoofden bepaald, terwijl de persoonlijke heerendiensten en hoofdelijke belasting door hen alleen wordt geregeld 2). Een ruim veld voor kaoeierijen en onrechtvaardigheden staat hun daardoor open. Ziedaar in grove trekken de regeling van het bestuur, die tot voor weinig jaren op geheel Halmahera gevolgd werd, doch die nu nog slechts in Noordelijk Halmahera, en dan met uitzondering van de districten Galella en Tobello 3) onveranderd aangetroffen wordt.

Dat die bestuursvorm de door niemand gecontroleerde en zelfs nog onbeschaafde overweldigers schrikbarende misbruiken deed bedrijven, is niet tegen te spreken.

Tot op het tijdstip, dat de Hassan-opstand aller oogen opende, schijnt men echter op Ternate en dus ook te Batavia al zeer slecht op de hoogte geweest te zijn van den toestand op Halmahera; het is toch niet aan te nemen, dat zoo men geweten had, wat ginds gebeurde, de door het Gouvernement tot bescherming der bevolking geroepen bestuurders aan de willekeur der sultanaten geen paal of perk zouden hebben gesteld. Door den Hassan-opstand kwam aan het licht, hoe in naam der vorsten door hunne spruiten (prinsies), afstammelingen (dano's), ambtenaren en minderen niet alleen de wettige directe belastingen, bestaande in de levering van een zeker getal dienstbare mannen en groote prauwen, een door de adat bepaalde hoeveelheid rijst, damar (hars), olie, of wel andere zaken waren gevorderd, maar ook buitensporige levering van levensmiddelen tegen aloude prijzen was geeischt ); hoe men de bevolking bezwaard had

1) Deze omstandigheid verklaart het feit, dat zelfs in Noordelijk Halmahera, waar gezag en toezicht het best zijn, op sommige plaatsen de mahimo's (dorpsoudsten), ja, zelfs gewone Alfoeren het hoogste woord voeren en er groote wanorde heerscht; want het is een der eigenaardigheden van dit overigens zoq lijdzame volk, dat zij, hoewel zij zich alle afzetterijen en afpersingen bijna zonder morren laten welgevallen, in plaats van recht te gaan zoeken, zich gaarne wreken door opzettelijke lompheid en het ontduiken der gegeven bevelen; schrijver dezes zag dikwijls, dat zij na eenig bevel vernomen te hebben, dood leuk opstonden, wegliepen en in het bosch verdwenen.

1) Voor zoover de toestand nog niet door ons Gouvernement gewijzigd is. 3) In beide districten is een hoofdelijke belasting in geld ingevoerd.

[merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small]

met het onderhoud van doortrekkende of tijdelijk vertoevende prinsen en hoofden, benevens hun volgelingen; hoe de bevolking geprest werd om te roeien, prauwen te maken, huizen te bouwen en voor een menigte andere heerendienst, waarbij zelfs geen voeding verstrekt werd; hoe ook bouwmaterialen als atap en balken kosteloos geleverd moesten worden ten voordeele van vorstelijke familieleden of hoofden; hoe voor de geringste misdrijven buitensporig hooge boeten werden opgelegd; hoe de Alfoer verduren moest dat elke Ternataansche of Tidoreesche schavuit, het voorbeeld zijner hoofden volgend, meenam wat hem aanstond, en zich als een overwinnaar in 's vijands land gedroeg; hoe Ternataansche en Tidoreesche hoofden niet schroomden om, na de Alfoersche meisjes tot voorwerp van hun lusten gemaakt te hebben, haar den nieuwen sarong van het lijf trokken en haar met hun eigen ouden terugzonden; hoe in één woord de bevolking geplaagd, bestolen en mishandeld werd en dat verduurde, ofschoon zij moreel en physiek veel hooger stond dan haar ontzenuwde onderdrukkers, omdat zij lijdzaam is van aard en ook omdat bij de verschillende stammen een volslagen gebrek aan nationaliteitsgevoel heerscht. De Hassan-quaestie was financieel zeer nadeelig voor ons Gouvernement, dat niet voor zich zelf maar voor zijn bondgenooten Tidore en Ternate de kastanjes uit het vuur ging halen; maar zij opende de oogen voor het schromelijke wanbestuur der sultanaten en voor den verrotten toestand dier rijken, wier denkbeeldige macht, gegrond op de oplevering van Fan Compagnie, bij menig landvoogd of bestuurder tot nu toe nog eenige vrees voor doortastend handelen kon opwekken; en de ontdekking van die twee feiten is evenmin als het fluitje van Franklin te duur betaald, indien men er behoorlijk partij van weet te trekken.

Het is echter tot heden nagelaten.

Toen de lang getergde Alfoer en inboorling eindelijk naar de wapens greep, nam heel de Ternataansche en Tidoreesche heldenstoet, zijn snoeverij verloochenende, overhaast de vlucht, en bij die terugtrekkende beweging onderscheidden zich vooral de prinsies en dano's en in het bijzonder de toenmalige kapitein-laut, die thans door ons Gouvernement bij wijze van belooning tot sultan is verheven! Zonder slag of stoot, zonder eenig noemenswaard verzet van Ternataan of Tidorees, werd Hassan, die zich voor een afstammeling der Djailolovorsten uitgaf, en deswege door de Alfoeren als hun wettige heer erkend werd, meester van het grootste deel van Halmahera, en hij zou zich met glans in deze positie gehandhaafd hebben, ware het Nederlandsche gouvernement niet tusschen beiden gekomen. Toen ware het voor het Gouvernement tijd geweest om te zeggen: „Tot

hiertoe en niet verder, wij zullen van nu af de teugels zelf in handen nemen; gij hebt u dit onwaardig gemaakt en wij zullen niet langer dulden, dat duizenden onzer onderdanen zuchten onder een regeering als de Uwe." En te meer ware zulk een houding aan te bevelen geweest, omdat de sultanszetel van Ternate leeg stond.

Een ieder die eenigszins met de Halmaherasche toestanden bekend is, moet er dan ook het toenmalige gouvernement een grief van maken, dat het te goeder ure niet handelend opgetreden is.

Wellicht was men bang voor een nieuwen lastpost, maar wanneer wij onze roeping om de onder ons staande volken te beschaven en te beschermen getrouw willen blijven, mogen wij ons door zulk een vrees niet laten afschrikken, en bovendien moet Halmahera onder een krachtig bestuur, dat rekening houdt met den toestand der nog geheel onbeschaafde en onmondige bevolking, en dus niet ontijdig instellingen invoert die alleen voor meer ontwikkelde volken passen, een schoone toekomst tegemoet gaan. Want Halmahera is rijk aan schoone bosschen met kostbaar hout en andere producten, is uitnemend geschikt voor den aanplant van noten, koffie, cacao, tabak, suikerriet, enz., en heeft een nijvere bevolking.

Halmahera dan werd niet geannexeerd 1), de sultans werden in hun bezit hersteld, en de voornaamste veranderingen, de vruchten van den kostbaren Hassan-opstand, waren de volgende:

1o. De districten Tobello en Galela zijn voortaan vrij van heerendiensten; in stede van de oude belasting betalen zij een hoofd geld van f2 voor elk ongetrouwd man en van ƒ4 per huisgezin.

2o. De Oostkust van Tidoreesch Halmahera is aan het rechtstreeksche bewind van Tidore onttrokken, de verschillende districten hebben hun eigen bestuur, en ook zij brengen de bovengemelde hoofdelijke belasting aan hun sultans op.

3o. Met geheel zuidelijk Halmahera is hetzelfde ten opzichte van het Sultanaat van Ternate het geval.

4°. Op de belangrijkste plaatsen worden posthouders gestationeerd. 5o. Geen der prinsen, dano's, enz. mag zich zonder toestemming van den resident naar Halmahera begeven.

Hoewel deze maatregelen in beginsel veel goeds bevatten en het doel, - de bevolking aan te erge verdrukking te onttrekken niet geheel gemist hebben, zijn zij niet volkomen vrij te pleiten van valschheid en overijling, en omdat zij niet met de vereischte vigi

1) Hoewel de sultans tegen een vaste jaarwedde wellicht ook nu nog het bewind over Halmahera zullen afstaan, daar bij de inkomende belastingen altijd een goed deel aan de strijkstokken der hoofden blijft hangen.

lantie en activiteit gehandhaafd zijn, omdat men niet consequent genoeg het nobele beginsel, dat de veranderingen in het leven riep vastgehouden heeft, hebben de maatregelen nadeelige gevolgen gehad, waarvan al het gewicht nog niet te overzien is.

Dat is het geval in het algemeen.

Het zal echter wel voor ieder begrijpelijk zijn, dat door die ingrijpende veranderingen, in het bestuur der vorsten gebracht, nieuwe toestanden moeten ontstaan zijn en deze toestanden verschillen naar gelang van de plaats en de wijze van toepassing. Tot juist begrip der zaak is het derhalve noodig, elk gewest, of beter elk bestuur, op zich zelf te behandelen.

(Wordt vervolgd.)

Nog iets over de kwestie

DER

CONVERSIE VAN COMMUNAAL IN ERFELIJK
INDIVIDUEEL BEZIT OP JAVA.

»Quousque tandem abuteris patientia nostra!" zoude de inlandsche bevolking van Java kunnen uitroepen, indien zij met de eerste Catalinarische redevoering van Cicero bekend ware. Ofschoon zij dien scherpen uitroep niet kennen - gedacht zullen zij wel hebben, dat er schromelijk misbruik wordt gemaakt van hare lijdzaamheid. Sedert hoe lang toch is de conversie-kwestie al aan de orde! Hoeveel papier is er reeds over vermorst! Wat al commissiën van onderzoek, wat al rapporten over die zaak! De twee lijvige deelen van het uitmuntend Eindresumé over de rechten van de inlandsche bevolking op den grond schijnen voor de regeering een gesloten boek te zijn; en wij betwijfelen het of er vele leden zijn der Staten-Generaal zelfs de heeren Wintgens en van Nispen niet uitgezonderd — die zich verwaardigd hebben ze te lezen en te bestudeeren. Het laatste woord is echter nog niet gesproken, en er zal nog menig jaar voorbijgaan voordat de ongezonde, en voor de Indische maatschappij zoo nadeelige toestand plaats maakt voor eene meer rationeele en rechtvaardige regeling van het inlandsch grondbezit. Het is een verdrietige zaak om telkens en telkens dezelfde kwestie te behandelen, en altijd te spreken voor doove ooren. Doch hoe verdrietig ook, dit mag ons niet terughouden met dezelfde krachtsinspanning en denzelfden moed en volharding te pleiten voor hetgeen in onze oogen de waarheid is, al weten wij dat zoo lang de heer van Goltstein Minister van Koloniën blijft, geene verandering van richting denkbaar is. Maar wij zijn overtuigd, dat de dagen van dit kabinet geteld zijn, en dat bij diens val, een liberaal Ministerie de ledige zetels zal innemen.

« ZurückWeiter »