vreemd heeten, dat dusver evenmin hier te lande als in Indië opgewektheid schijnt te bestaan tot de samenstelling van een leesboek voor beschaafde inlanders over de land- en volkenkunde van Nederlandsch-Indië, en van eene verzameling afbeeldingen van dieren die voor den landbouw nuttig dan wel schadelijk zijn, welke verzameling zou kunnen worden gebruikt op de inlandsche scholen. We vernemen althans, dat op de daartoe in Indië uitgeschreven prijsvragen geen enkel antwoord werd ingezonden.

Alleen meldt men, dat een particulier onderwijzer te Batavia voorgelicht door den leeraar in de zoologie bij de hoogere burgerschool aldaar, is begonnen met het samenstellen van een leerboek over dierkunde, bestemd om ten behoeve van het inlandsch onderwijs in inheemsche talen te worden overgebracht. Eene eerste proeve van dezen arbeid moet door deskundigen gunstig beoordeeld zijn.

Gerechtelijke statistiek. Zagen er in 1877 en 1879 twee deelen in het licht behelzende de statistiek van de rechtsbedeeling in Nederlandsch-Indië over de jaren 1871-'74, die over de jaren 1875 en 1876 werd onlangs uit Indië hier in den handel gebracht, terwijl ten geleide van deze laatste statistiek een verslag" werd toegevoegd. Het »Koloniaal verslag" vermeldt, dat, ten einde eene spoedige bewerking van de gerechtelijke statistiek van de vier laatst verloopen jaren te bevorderen, in October 1880 aan den directeur van justitie tijdelijk een ambtenaar op non-activiteit werd toegevoegd, die zich uitsluitend aan dien arbeid wijdt.

Hygiène. Met de samenstelling van een ter overbrenging in de inlandsche talen geschikt handboek over de gezondheidsleer, een werk dat reeds in 1878 door de Indische Regeering werd verlangd, houdt zich thans een officier van gezondheid bezig, daar de particuliere goneesheer te Batavia, die aanvankelijk deze taak had aanvaard, door zijne drukke praktijk in de geregelde bewerking van het geschrift verhinderd werd.

NIEUWE UITGAVEN.

IN NEDERLAND EN IN NEDERLANDSCH-INDIË.

Arnold (Edwin), Het licht van Azië, leven en leer van Buddha. Naar het Engelsch door Dr. H. A Meyboom. Amsterdam, Scheltema & Holkema. 1881. 8o. (VII en 227 blz.). ƒ 1.90. geb. ƒ 2.50.

Balen (J. Hendrik van), De Nederlanders in Oost en West, te water en te land. I. De Adelborst van de Hollandia" of de weg naar de Oost. 1595-1597. Met 4 platen Amsterdam, Jan Leendertz. :880. 8o.

Booms (P. G.), Een slotwoord over de eerste Atjehsche expeditie. Amsterdam, J. H. de Bussy. 1881. 8°. f 0.75. (Afzonderlijke uitgaaf uit de Indische Gids.) Elout (M. R. F.), Journaal eener reis en bezoek aan de Batjan-eilanden, Juli-November 1880. (Overgedrukt uit het Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië). Zalt-Bommel, Joh. Noman en Zoon. 1880. 8° (120 blz.).

Gerth van Wijk (D.), Pada menjatakan oekoeran dan timbangan persa poeloehan. Betawi, pada pertjitakan Goebernemen. 1878. 8o. (54 blz.).

Haaxman Jr. (P. A.), Diligentia. Natuurkundige voordrachten. Negende serie. 1880-1881. 's Gravenhage, H. C. Susan C. H Zn. 1881. 8°.

Hierin, sub. n°. IV, een overzicht van de voordracht des heeren Joh. F. Snelleman, Het plantenkleed van Midden-Sumatra.

Hout (Mr. W. R. van der) en H. J. Prins, Handleiding ten gebruike bij de uitoefening der militaire rechtspleging bewerkt ten dienste van het leger in Ned. Oost-Indië, thans vermeerderd en ingericht voor hen, die zich wenschen voor te bereiden voor het officiers-examen, door J. A. P. Grevers. Batavia, H. M. van Dorp & Co. 1881. 8o. f 8.00; franco per post ƒ 8.75.

Kollewijn Nz (A. M.), Beknopte Geschiedenis der Nederlandsche bezittingen. Derde druk Groningen, J. B. Wolters. 1881. 8o. (VIII, 59 blz.).

Melati van Java, La Renzoni. Een roman. Leiden, Gualth. Kolff. 1881. 8°. (IV, 400 blz.).

Multatuli, Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappij. 5e druk. (2e door den auteur herziene uitgaaf.) Rotterdam, Uitgevers-Maatschappij »Elzevier". 1881. 8°. (VI en 400 blz.) 1.90; geb. ƒ 2,40.

Perelaer (M. T. H.), Borneo van Zuid naar Noord. Ethnografische Roman Rotterdam, Uitgevers-Maatschappij »Elzevier". 1881. 8. 2 dln. Ï (X, 258 blz.); II (VIII, 364 met 1 kaart).

Rees (W. A. van), Wijnanda. Een Indische novelle. 's Gravenhage, Henr. J. Stemberg. 1881. 8". (265 blz.). ƒ 3.00.

Schoolkaart van Nederlandsch Oost-Indië, met een kaart van Java op grooteren schaal. 3e herziene druk. Amsterdam, Seyffardt. 1881. Te zamen 6 bladen. folio. f 3.-; op linnen in portefeuille ƒ 6.-; op linnen met rollen ƒ 8,60.

Statuten der naamlooze vennootschap De Batjan-maatschappij", gevestigd te 's Gravenhage, volgens de acte harer oprichting, den 15den October 1881 gepasseerd door Notaris August George Bodaan. ('s Gravenhage, C. H. Susan Jr. 1881). 8°.

Verzameling van de rapporten en bezwaarschriften over de patentbelasting. uitgegaan van de Kamers van Koophandel en Nijverheid op Java in de jaren 1875 t/m. 1881. Aangeboden aan Zijne Excellentie den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië door de Kamer van Koophandel en nijverheid te Batavia bij missive dd. 15 Juli 1881, No. 34. Batavia. Ogilvie & Co. 1881. 8o.

Wit (L. C. Dudok de), Herinneringen, ontleen aan reizen te water, te voet, te paard en per spoor. (Niet in den handel). Amsterdam, 1881. 4o Hierin o. a. Reisen in en teekeningen over Oost-Indië.

IN HET BUITENLAND.

Barth (A.), The Religions of India. Authorised Translation by Rev. J. Wood. London, Trübner & Co. 1881. (pp. 336). 16 s.

Baumgarten (Dr. Joh.), Der Orient. Ein Spaziergang durch die muhamedanische und die indische Welt. Ethnographische Character-Bilder, Sitten-Scenen, Jagdsport. Nach den neuesten und besten quellen. Stuttgart, Rieger. 1882. 8". ƒ 3.15.

Beal (Samuel), Buddhist literature in China: abstract of four Lectures. London, Trübner & Co. 1881. 8°.

Bird (Isabella L.), Unbetretene Reisepfade in Japan. Eine Reise in das Innere des Landes und nach den heiligen Stätten von Nikko und Yezo. Autorisirte deutsche Ausgabe. Aus dem Englischen. Mit Illustrationen und einer Landkarte. Ier Band. Jena, H. Costenoble. 1882. 8°. ƒ 3.90.

Black (John R.), Young Japan. Yokohama and Jedo. A narrative of the settlement and the city, from the signing of the Treaties in 1858 to the close of the year 1879. With a glance at the Progress of Japan during a period

of twenty-one years. London, Trübner & Co. 1881. 8. 2 vols. (pp. XVIII, 413; XIV, 522 pp.). 2 £ 2 s.

Rose (Shib Chunder), The Hindoos as they are. A description of the man ners, customs and inner life of Hindoo Society in Bengal. With a prefatory note‐ by the Rev. W. Hastie. Loudon, Edw. Stanford. 1881. 8. ƒ 3 25.

Browne (J. F.), A. Bángáli primer in Roman character. London, Trübner & Co.

1881. 8°.

Daya Bhaga (The): The Law on inheritance of the Sarasvati Vilasa. The original sauskrit Text, with Trauslation bij the Rev. Thos. Foulkes. London, Trübner & Co. 1881. 8°. (pp. XXV, 194-162.).

Hunter (W. W.), The Indian empire: its History, People, and Products. London, Trübner & Co. 1881. 8o. (568 pp with map.) 16 s.

Jacob (Major & A.), A manual of Hindu Pantheism. The Vedantasara Translated with copious Annotations. With a Preface by E. B. Cowel. London, Trübner & Co. 1881. 8°. (X, 129 pp.) 6 s.

Keane (John F.), My journey to Medinah: describing a pilgrimage to Medinah, performed by the Author disguised as a Mohammedan. London, Tinsley Brothers. 1881. 8°. ƒ 8.15.

Lehmann (Paul), Katalog des Antiquarischen Bücherlagers in Berlin. No. XVI. Orientalia. Berlin, 1881. 8°. (16 s.).

Maxwell (W. E.), A manual of the Malay language. With an Introductory Sketch of the Sanskrit Element in Malay. London, Trübner & Co. 1881. 8o.

Meyer (A. B.), Uber kunstlich deformirte Schädel von Borneo und Mindanao im Königl. anthropologischen Museum zu Dresden nebst Bemerkungen über die verbreitung der sitte der Künstlichen Schadel-deformirung. Gratulionsschrift au Rudolf Virchow. Mit einer Tafel. Leipzig und. Dresden, B. G. Teubner. 1881. 4o.

Meyer (Dr. A. B.), Königliches Ethnographisches Museum zu Dresden. 1. Bilderschriften des Ostindischen Archipels und der Südsee herausgegeben mit unterstützung der Generaldirection der Königlichen Sammlungen für kunst und wissenschaft zu Dresden. Mit 6 tafeln lichtdruck. Leipzig, A Naumaun & Schroeder. 18 1. folio.

Moore (W. J.), Health Resorts for tropical Invalids in India, at Home and Abroad. London, Churchill. 1881. 8. (pp. 200). 5 s.

Olcott (Colonel H. J.), A Buddhist catechism, according to the canon of the Southern Church. London, Trübner & Co. 1881. 24°. (32 pp.) s.

Oldenberg (H.), Buddha. Sein Leben, seine Lehre, seine Gemeinde. Berlin, Bessersche Buchh. 1581. 8°. 10 m.

Passingham (Captain), Missionary Tours in India and Ceylon. London, Simpkin. 1881. 12mo (pp. 142). 2. s.

Sarrasi, L'Orient dévoilé. Deuxième édition revue, corrigée et considerablement augmentée. Paris, E. Leroux. 1881. S". f 4.40.

Wetenschap en Industrie.

DE LAATSTE VOLKSTELLING IN BRITSCH-INDIË.

Den 17en Februari 1881 werd in de verschillende Engelsche gewesten
en in de onafhankelijke en schatplichtige staten een nieuwe volkstelling
gehouden; op dien eenen dag werden 252 millioen inwoners geteld.
Uit het volgende vergelijkend overzicht, aan een memorandum van
den Commissaris Plowden ontleend, blijkt de vermeerdering of ver-
mindering sinds de vorige telling.

Toeneming sinds de vorige telling ongeveer 6 %.

Nog niet alle rapporten zijn ingekomen; in bovenstaand overzicht
is o. a. geen sprake van de inlandsche staten van Punjab, van Raj-
pootana, enz.; tegen het einde van Maart hoopt de Regeering alle
eindverslagen ontvangen te hebben. Men is echter thans reeds tot een
totaal generaal van 252 541 210 inwoners gekomen.

Deel II, 1881.

66

SLACHTOFFERS van EN MAATREGELEN tegen SLANGEN EN WILDE BEESTEN IN BRITSCH-INDIË.

In 1880 was het getal slachtoffers 21 990 of bijna drie duizend meer dan in 1876, toen er door wilde beesten en slangen 19 273 menschen om het leven kwamen; in 1877 was het getal 19 695; in 1878 20 256 en in 1879 20312. Neemt men in aanmerking, hoezeer het zielental toenam, en dat de opgaven omtrent de gedooden wonnen in nauwkeurigheid, dan is de vermeerdering zeker niet groot. De meeste slachtoffers woonden in Bengalen; alleen in dat gewest stierven er 10 064 aan de gevolgen van slangenbeten en verloren 359 personen het leven door tijgers.

Daarentegen werden er in 1876 23 459, in 1877 22 851, in 1878 22 487, in 1879 18 641 en in 1880 slechts 14 856 wilde beesten afge. maakt het getal afgemaakte slangen was 212 776 in 1880 tegen 131 977 in 1876. Onder die 212 776 waren er 177 078 alleen in het Presidentschap Bombay, en dat hier de slachting zoo groot was, is te danken aan het verhoogen van de premie op het dooden van schadelijke dieren.

HANDEL VAN NEDERLANDSCH-INDIË MET NEW-YORK, ANTWERPEN EN LISSABON.

New-York.

Uit de Nederlandsche Oostindische koloniën werden in 1880 ingevoerd:

1575 kisten gom-damar; 55 323 bossen bindrotting;

3 447 kisten noten muskaat;

12 415 pakken cassia;

26 895 kranjangs suiker;
33 359 zakken

3454 zakken peper;

574 kisten foelie; 4 000 schuitjes tin.

;

Gedurende het afgeloopen jaar kwamen te New-York 9 schepen van Batavia, 9 van Padang, 1 van Semarang, 3 van Soerabaja, 2 van Pasoeroean, 2 van Makasser, 1 van Cheribon en 1 van Tegal.

(Uit het jaarlijksch verslag van den Consul-Generaal dd. 23 Maart 1881).

Antwerpen.

Van Nederlandsch-Indie kwam 1 schip binnen, geladen met 1808 kranjangs suiker.

(Uit het scheepvaartverslag van den Consul-Generaal, dd. Maart 1881).

Lissabon.

Twee vreemde zeilschepen, metende 4454 kub. meter, kwamen hier van Java om crders.

(Uit het jaarlijksch verslag van den Consul-Generaal dd. 31 Maart 1881).